Wat is de betekenis van lok, haar?

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lok, haar

v./m. (-ken), 1. bosje haar: een paar lokken vielen over zijn voorhoofd; (in het mv.) hoofdhaar: lange blonde lokken; gouden lokken; 2. (mv. of collect.) wol van het voorhoofd, de schedel enz. van schapen.