Wat is de betekenis van lofspraak?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lofspraak

v., woorden van lof.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lofspraak

v. lofspraken (1 het spreken, uiten van lof; 2 uiting, woorden van lof): 1. zuinig in zijn lofspraak zijn; 2. niet als lofspraak bedoeld; iems. lofspraak, a) die, welke hij schenkt, b) die, welke hem geschonken wordt.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lofspraak

v. (...spraken) 1. het spreken, uiten van lof: zuinig was hij in zijn -. 2. wat men zegt om iemand te loven, te prijzen: iemands -, lofspraak die hij schenkt of die hem wordt geschonken. Tost. ➝ blaam.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten