Lofspraak
v., woorden van lof.
M. J. Koenen's (1937)
v. lofspraken (1 het spreken, uiten van lof; 2 uiting, woorden van lof): 1. zuinig in zijn lofspraak zijn; 2. niet als lofspraak bedoeld; iems. lofspraak, a) die, welke hij schenkt, b) die, welke hem geschonken wordt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
v. (...spraken) 1. het spreken, uiten van lof: zuinig was hij in zijn -. 2. wat men zegt om iemand te loven, te prijzen: iemands -, lofspraak die hij schenkt of die hem wordt geschonken. Tost. ➝ blaam.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: