Wat is de betekenis van Loefhouder?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loefhouder

m. (-s), 1. een schip dat goed in de wind opwerkt; 2. bitstuk (zie aldaar).

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Loefhouder

s., loef-, loechbiter, -izer (it).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

loefhouder

m. (-s) schip dat goed loef, wind houdt.

2025-07-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Loefhouder

z.n.m. 1. Schip dat goed by-de-wind zeilt. 2. of bitstuk. - Strook hout, tegen den voorkant des voorstevens aangebracht.

Gerelateerde zoekopdrachten