Lodderlijk
I. bn. bw. (-er, -st), (veroud., Zuidn.) aanlokkend, liefelijk: een lodderlijk gezicht. II. bn. bw., (Zuid.) 1. (van de ogen) slaperig, droevig, treurig: lodderlijk kijken; 2. scheel.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn. bw. (-er, -st), (veroud., Zuidn.) aanlokkend, liefelijk: een lodderlijk gezicht. II. bn. bw., (Zuid.) 1. (van de ogen) slaperig, droevig, treurig: lodderlijk kijken; 2. scheel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: