Lodderen
(lodderde, heeft gelodderd), 1. (gew.) zich koesteren: ’t poesje ligt in ’t zonnetje te lodderen; 2. slaperig zijn, soezen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(lodderde, heeft gelodderd), 1. (gew.) zich koesteren: ’t poesje ligt in ’t zonnetje te lodderen; 2. slaperig zijn, soezen.
Wiktionary (2019)
lodderen - Werkwoord 1. soezen Woordherkomst afgeleid van lodder met het achtervoegsel -en
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(lodderde, heeft gelodderd) 1. Veroud. zinnelijk, wellustig genieten. 2. verleidelijk vriendelijk kijken. 3. slaperig zijn, soezen: de -de hond.
J.H. van Dale (1898)
Lodderen (lodderde, heeft gelodderd), uit luiheid in bed liggen; slaperig, suf zijn werk doen; — (veroud.) zich zinnelijk, wellustig gedragen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: