local
(zelfstandig naamwoord) [alg.] inwoner, localo - In de door toeristen bevolkte straten ontwaarde ik ook nog een inwoner.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] inwoner, localo - In de door toeristen bevolkte straten ontwaarde ik ook nog een inwoner.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Henk Biemond (1985)
Lokaal Datgene, wat slechts in één onderafdeling van een programma wordt omschreven en gebruikt.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. plaatselijk; van plaats; van de plaats; plaats-; locaal; alhier [op adres]; local service, buurtverkeer; II. plaatselijk inwoner; plaatselijk nieuws; locaaltrein; plaatselijke afdeling; (stam)kroeg, wijkcafé.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: