Wat is de betekenis van Lis?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lis

I. v. (-sen), lus. II. o. (-sen), (plantk.) 1. aan waterkanten en in moerassen veel voorkomende plant van het geslacht iris, in ’t bijz. gele lis (Iris pseudacorus); 2. (Zuidn.) zwaardvormig blad: het lis van koren.

2025-07-27
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

lis

1) voeg; 2) lijst (in alle betekenissen) -> lés.

2025-07-27
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

LIS

Love is sweet

2025-07-27
Afkortingenlijst Vlaanderen

Team taaladvies (2020)

LIS

landbouwimpactstudie

2025-07-27
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Lis

Lis - (Vlaams) afk. van licentiaat. Zo spreekt men van een eerste lisser en een tweede lisser, net zoals men het heeft over een eerste kanner en een tweede kanner = iemand die zijn eerste of tweede kandidatuur doet.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Lis

waterplant; strijd

2025-07-27
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

LIS

(/ris; W., Z.B., Th., Sch.: schaeren; Sch.D.: schaeresliepers; Z.V1.: schaere; D., Z.V1.: messen-en-scheeën, doodskisten). Kruidachtige, overblijvende plant behorend tot de familie der lisachtigen. In Zeeland en Nederland komt alleen de gele lis (l.pseuddcorus) in het wild voor. Deze moerasplant is sterk zoutmijdend. Van nature komt zij...

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

lis

slim, sluwe plan; oogvormige strik(kie); oog in tou wat groter of kleiner kan skuiwe.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Lis

is de Ned. naam voor Iris. Alleen de gele lis (I.pseudacorus L. ) komt in Ned. in het wild voor aan de waterkant; verder veel gekweekte vormen als sierplant.