Lijveloos
bn., 1. (veroud.) levenloos, dood; 2. (gew.) machteloos, hulpeloos.
Marc De Coster (2020-2025)
(1918) (inf.) stomdronken. Eigenlijk: levenloos, maar ook: hulpeloos, niet in staat zichzelf te behelpen. Een variant (dialectische uitspraak) is laveloos*. • Lijveloos (dood, machteloos), toegepast dus op iemand die „voor mirakel" of voor Pampus ligt. Minder sterk is kachel, waarvoor men ook hoort: hij heb de kachel an en hij heb de bra...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
lijveloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder lijf ♢ Wij zagen daar een lijveloze poes. Woordherkomst afgeleid van lijf met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e- Synoniemen dood Verwante begrippen levenloos
I.M. Calisch (1864)
Lijveloos, bn. zonder lijf; dood. *...VIG, bn. (-er, -st), dik -, zwaar van lijf of buik; zwaar, dik; -e (stevige) wijn. *...VIGHEID, v. gmv. dikbuikigheid; dikte; zwaarte.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: