Wat is de betekenis van lijper(d), lijperik, lijpkikker?

2025-07-27
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

lijper(d), lijperik, lijpkikker

idioot, gek; hufter: Laten ze goddomme gewoon zeggen dat ze (politici) elkaar leipkikkers en klootzakken vinden, P. Paul 78.