Wat is de betekenis van lijfeigene?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lijfeigene

m. en v. (-n), onvrije.

2025-07-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lijfeigene

Het begrip lijfeigene heeft 4 verschillende betekenissen: 1) iemand die toebehoort aan een ander; slaaf. iemand die toebehoort aan een ander; iemand die niet in vrijheid leeft, maar toebehoort aan een meester en zich naar diens wil moet schikken; slaaf. Letterlijk: iemand die met het lijf, het lichaam, toebehoort aan een meester. ...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lijfeigene

lijfeigene - Zelfstandignaamwoord 1. (geschiedenis) (leenstelsel) iemand die met het lijf een meester toebehoort: een onvrije, slaaf of horige

2025-07-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

lijfeigene

lijfeigene - Personen die onder het leenstelsel slavendienst deden, speciale diensten aan een heer moesten verlenen en vaak waren verbonden aan het land van de heer, waardoor hun diensten overgingen van de ene landbezitter naar de andere. Gebruik 'boeren' voor vrije mensen die zichzelf onderhouden door het bewerken van de grond als kleine...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lijfeigene

m. en v. lijfeigenen (gesch. persoon, wiens lichaam het eigendom was van den heer).

2025-07-24
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

lijfeigene

lijfeigene geleed woord Zie: eigen

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lijfeigene

Lijfeigene -m. en v. (-n), (leenst.) persoon, die een allodiaa] goed bewoonde en het recht niet had over zijn eigen lijf en goed te beschikken.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)