lifetime
(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: lifetime, in my ~
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
J. van Donselaar (1936)
zn., (uitspr. E: laif'taim): gezegd met betr. tot een zeer degelijk artikel, bijv. een broek, een auto e.d. Dat ding? Een lifetime meneer!- Etym.: E, bet. ‘zoveel tijd als een leven duurt’; ‘lasts a lifetime’ = gaat een heel leven mee.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: