Wat is de betekenis van liefkoos?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

liefkoos

liefkoos - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liefkozen ♢ Ik liefkoos 2. gebiedende wijs van liefkozen liefkoos! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liefkozen liefkoos je?...

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

liefkoos

geliefkoos, liefde betoon deur vleiende woorde of deur iem. te streel of te omhels.