Wat is de betekenis van lid (oog)?

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lid (oog)

(lit) o. (leden) [~ leunen] deksel nl. 1. aan een kan : het is gewoonlijk door een scharnier met de kan verbonden. → kan. Syn. → deksel. 2. ooglid : telkens moest zij de leden sluiten.