Wat is de betekenis van lichaamsbouw?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lichaamsbouw

lichaamsbouw - Zelfstandignaamwoord 1. de specifieke anatomie van iemands lichaam Zijn hele lichaamsbouw is zwaar en gedrongen te noemen. Woordherkomst samenstelling van lichaam en bouw met het invoegsel -s-

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lichaamsbouw

lichaamsbouw - zelfstandig naamwoord uitspraak: li-chaams-bouw 1. de bouw van het lichaam van een mens of dier ♢ Zachary heeft een stevige lichaamsbouw Zelfstandig naamwoord: li-chaams-bouw de lichaamsbouw

2025-07-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Lichaamsbouw

De l. speelt bij de selectie van onze landbouwhuisdieren een grote rol, omdat men aan de bouw van het dier nog altijd grote waarde hecht. Inderdaad kan men uit de l. wel bepaalde conclusies trekken omtrent raszuiverheid, robuustheid e.d., maar omtrent de productiviteit geeft ze toch geen voldoende zeker uitsluitsel (z. Exterieur). Opvallend zijn de...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lichaamsbouw

s., lichemsbou; flink van —, stikkich, stukkich.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Lichaamsbouw

Lichaamsbouw en psychisch temperament, → Constitutie-typen.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lichaamsbouw

m., bouw, gestalte van een menselijk of dierlijk lichaam.

2025-07-25
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)