Wat is de betekenis van Libocedrus?

2025-07-23
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Libocedrus

Libócedrus Endl. [St. L. Endlicher], - van Gr. libos, droppel; kĕdros, ceder, naaldboom: droppelende naaldboom. De naam zinspeelt op de hars, welke vaak droppelsgwijs door den stam wordt uitgezweer. Vgl. Dacrydĭum.

2025-07-23
Plantenterminologie

Jac. de Bruijn (1973)

Libocedrus

van Gr. woorden die betekenen: droppel - ceder; droppelende naaldboom; de naam zinspeelt op de hars, die vaak droppelsgewijs door de stam wordt uitgezweet

2025-07-23
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Libocedrus

fam. Cupressaceae. Boomvormige schubconiferen met vrij langgerekte schubben en licht breekbare twijgen. Bij ons alleen L.decurreiis TORR. uit N.Am., een decoratieve zuilvormige boom, vooral geschikt voor grote parken.

2025-07-23
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

LIBOCEDRUS

Endl. is de naam van een Coniferen-geslacht uit de groep der Cupressineeën. Het onderscheidt zich door tegenovergestelde, schubvormige bladeren en meest 1-huizige bloemen, langwerpige mannelijke met 12-16 decussate meeldraden en vrouwelijke met slechts enkele paren vlakke schubben, waarvan 1 fertiel met 2 zaadknoppen op elke schu...

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Libocedrus

Een plantengeslacht van de fam. der kegeldragers of naaldboomen, dat met 8 soorten om den Stillen Oceaan voorkomt. L. decurrens uit de Rocky Mountains wordt wel eens gekweekt. Het is een boom, die zeer bruikbaar hout levert.

Gerelateerde zoekopdrachten