lexicoloog (lexikoloog)
m. (-logen), beoefenaar van de lexicologie. lexicon, o. (-s, lexica), 1. vroeger verzameling woorden of spreekwijzen op een bepaald gebied (b.v. drama, dialect), thans wetenschappelijk woordenboek; 2. (oneig.) encyclopedie; 3. woordenschat (van een bepaalde schrijver). lexicostatistiek, v., statistische vergelijking van het woordbezit van talen...