Wat is de betekenis van levenslust?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

levenslust

levenslust - Zelfstandignaamwoord 1. zin in het leven 2. goed gezind zijn 3. een goed humeur hebben Woordherkomst samenstelling van leven en lust met het invoegsel -s-

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

levenslust

levenslust - zelfstandig naamwoord uitspraak: le-vens-lust 1. het hebben van plezier in het leven ♢ deze vrolijke meiden hebben veel levenslust Zelfstandig naamwoord: le-vens-lust de levenslust

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Levenslust

s., moed, tier, fleur.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

levenslust

m. (lust in het leven).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

levenslust

('le:vəns) m. lust om te leven.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

levenslust

m., lust in het leven; verlangen om te blijven leven.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press