Leurder
m. (-s), iem. die leurt, langs de huizen koopwaren vent; marskramer.
Wiktionary (2019)
leurder - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die leurt, die langs de huizen koopwaren vent Woordherkomst Naamwoord van handeling van leuren met het achtervoegsel -der Verwante begrippen colporteur, venter, leurster (f)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('leurdәr) m. (-s) 1. Algm. hij die leurt, venter. 2. Inz. garnalenvisser en -leurder.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip leurder heeft 2 verschillende betekenissen: 1. leurder - LEURDER, m. (-s), garnalenvisscher. 2. leurder - LEURDER, m. (-s), iem. die leurt, langs de huizen koopwaren vent; marskramer.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: