Wat is de betekenis van Leugengod?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Leugengod

LEUGENGOD, LOGENGOD, m. (-en). ...GODHEID, v. (...heden), valsche god, afgod; ...LEGENDE, v. (-s, -n), verzonnen verhaal; ...NAAD, m. (...naden), valsche, nagemaakte naad; ...SCHRIFT, o. (-en), geschrift dat onwaarheid bevat; ...SMEDER, m. (-s), ...SMID, m. (...smeden), iem. die leugens verzint.

Gerelateerde zoekopdrachten