Les anciens, monsieur, sont les anciens, et nous sommes les gens de maintenant
(Fr.), de Ouden, mijnheer, zijn de Ouden, en wij zijn de mensen van nu (Molière, Le malade imaginaire 2, 7).
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), de Ouden, mijnheer, zijn de Ouden, en wij zijn de mensen van nu (Molière, Le malade imaginaire 2, 7).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: