Wat is de betekenis van Lekkerpieper?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

lekkerpieper

(1893) (mar.) iemand met een hoge rang (bijv. bij het ministerie) die niet veel hoeft te werken. • .... behoorden zij tot die soort inlandsche geurmakers, die men wel eens „lekkerpiepers" noemt. (R. A. van Sandick: Leed en lief uit Bantam. 1893) • Scheldnamen als: "blauwe vent, lekkerpieper, zwart mormel, klipsteen, zwarte aap, bla...

2025-07-27
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Lekkerpieper

(destijds in Ned.-Indië) soldaat die met andermans liefje aanpapt. Ook een (racistisch) scheldwoord voor een indo. Doch ook daar moeten zij lijden door den vloek hunner geboorte; terwijl voor den gegoeden sinjo alle rangen tot de hoogste toe open staan, is de arme bastaard gedoemd om tal van vernederingen te verduren. Scheldwoorden als: &lsquo...

Gerelateerde zoekopdrachten