Leidsel
o. (-s), elk der beide riemen of touwen die, aan weerszijden aan het gebit van een rij- of trekpaard bevestigd, dienen om het dier te mennen.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), elk der beide riemen of touwen die, aan weerszijden aan het gebit van een rij- of trekpaard bevestigd, dienen om het dier te mennen.
Wiktionary (2019)
leidsel - Zelfstandignaamwoord 1. (paardensport) lange leren riem (soms ook gemaakt van touw of stevig lint) die dient als hulpmiddel voor de menner van een paard voor een wagen of kar waarmee hij de aanspanning bestuurt en het tempo onder controle houdt ♢ Een Nederlandse vrouw is gisteren om het leven gekome...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Getty Research Institute (1990)
leidsel - Lange leren riemen die aan weerszijden van het bit vastgemaakt zijn en gebruikt worden door de menner om een voor een wagen of kar aangespannen paard te sturen en het tempo onder controle te houden.
Kramer en de Bruin (1971)
Leidsel - lijn die bij een emmer- of Ioggertuig van de nok van de giek (voetra) naar het vooreinde van de bovenra loopt. Hiermee kan de zeiler bij het overstag gaan de bovenra naar de lijzijde van de mast trekken.
J. van Donselaar (1936)
(het, -s), (ook:) touw aan een vlieger. Het stijgen en steigeren van een vlieger is ten dele afhankelijk van de wijze waarop de ‘toom’, de uit drie draden bestaande bevestiging van het leidsel aan de vlieger, is aangebracht (A.M. Bueno d.M.-B. in Helman 1977: 61). - Etym.: Er is overeenkomst met de functie van het leidsel bij een paard.
M. J. Koenen's (1937)
o. leidsels (eig. leid-zeel d. i. touw: elk der beide riemen of touwen, die aan weerszijden van het gebit v. e. paard bevestigd, dienen om het dier te mennen; teugel; ook: de beide riemen samen, toom); ook, leisel, o. leisels.
Instituut voor de Nederlandse taal
leidsel zn. 'teugel' categorie: geleed woord Vnnl. leiseel 'touw waaraan een jachthond wordt vastgehouden' [1600; WNT leizeel], ook de nevenvorm leits in gewen het aen de Leytz 'laat het (paard) aan de teugel wennen' [1645; WNT leits]; nnl. leidzeel, leidzel 'teugel, riem waarmee men...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: