Wat is de betekenis van Leerbeest, leerpik?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

leerbeest, leerpik

(1982) (inf.) iemand die steeds met zijn neus in de boeken zit; overijverig student; uitslover. Vaak ook met een postieve ondertoon. • Ik heb de indruk dat de jeugd van nu het vooral op zachtmoedige, meevoelende, sociale types gemunt heeft. Voor dergelijke figuren bestaan immers de volgende termen: sopo (sociaal politiek figuur), socio ("met e...

2025-07-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Leerbeest, leerpik

(jeugdtaal) iemand die steeds met zijn neus in de boeken zit; overijverig student; uitslover. Vaak ook met een positieve ondertoon. Reeds opgetekend in 1984.Bovendien ben ik ook niet zo’n leerbeest. Als ik eenmaal in de klas zit wil ik wel opletten, maar thuis doe ik helemaal niks. (Trouw, 27/01/1999) Jij lijkt me echt zoon vieze kanker leer...

Gerelateerde zoekopdrachten