Wat is de betekenis van Ledebraken, leebraken?

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ledebraken, leebraken

ledebraakte, h. (1), i. (2) gele(d)ebraakt (1 iem. de ledematen breken; 2 zijn leden breken): 1. iem. ledebraken; 2. hij valt, hij ledebraakt.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ledebraken, leebraken

Ledebraken, Leebraken (ledebraakte, heeft geledebraakt), zijne leden breken hij stort, hij valt, hij ledebraakt en stuiptrekt in den dood; (fig.) teisteren.

Gerelateerde zoekopdrachten