Lazerij
v., 1. melaatsheid; 2. leprozenhuis; 3. (plat) lichaam: iemand op de lazerij komen, geven, hem op zijn donder komen, een pak slaag geven; — heb het hart eens in je lazerij! 4. (Barg.) geen lazerij uitvoeren, niets doen.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. melaatsheid; 2. leprozenhuis; 3. (plat) lichaam: iemand op de lazerij komen, geven, hem op zijn donder komen, een pak slaag geven; — heb het hart eens in je lazerij! 4. (Barg.) geen lazerij uitvoeren, niets doen.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1898) (Barg.) lichaam. Betekent eigenlijk: melaatsheid. Vandaar als aanduiding van het door ziekte besmette lichaam en vandaar meer algemeen voor het lichaam. 'Op z'n lazerij krijgen': ransel krijgen. Vgl. lazer*. • Zoo is mij dan ook (uit Utrecht) bekend de uitdrukking iemand op zijn lazerij komen , voor : hem op zijn ziel , zijn „...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. L.M. Metz (1937)
Ziekte van Lazarus, melaatschheid. De melaatschen vonden vroeger onderdak in Leprozenhuizen of lazaretten. Zij leefden van giften, maar moesten op straat hun nadering met de klap aankondigen (op de klap loopen). In Lukas 16 vers 19—21 staat vermeld, dat Lazarus, bedekt met zweren, waaraan de honden lekten, voor de poort van het huis des rijke...
Dr. C.H. PH. Meijer (1919)
mnl. laserie, de lazarusziekte of melaatschheid. Nu nog eig. alleen in gebruik in de platte uitdrukking: iemand op zijn lazerij geven, komen = op z’n donder, bliksem enz. g., k., waarin het dus wordt gebruikt om het lichaam aan te duiden, eig. lazarusch lichaam, zooals het volk nu nog in plaats van hoofd met minachting zegt luizenkop.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: