Wat is de betekenis van LAXISME?

[Fr.] opvatting van de zedenleer die de minst strenge uitleg voorstaat (vgt. rigorisme).

te grote toegeeflijkheid

een systeem in de → moraaltheologie, dat om lichtvaardige redenen de verplichtingen vermindert en de vrijheid van handelen vergroot. Als praktijk beteekent het de levenshouding van degenen (laxisten), die een lichtvaardig begrip hebben van hun verplichtingen en zich al te gemakkelijk van die verplichtingen ontslagen voelen. Zie ook Rigorist...

o., slapheid in de zedeleer; toegefelijkheid

is een term die het verwijt inhoudt, dat men te gemakkelijk meent dat iets geoorloofd of niet verplicht is. Soms spreekt men over laxisme bij iemand met een laks geweten, d.w.z. bij iemand die zo is ingesteld dat hij in gewetensvragen op een bepaald punt of over de gehele lijn regelmatig te gemakkelijk besluit door geen verplichting gebonden te zij...

(Lat. laxus, slap), systeem in de moraaltheologie, dat om lichtvaardige redenen de verplichtingen vermindert en de vrijheid van handelen vergroot. Door paus Innocentius XI in 1679 veroordeeld en door Pascal bestreden.

o. zucht om de minst gestrenge zedenleer toe te passen.

Er is een tweevoudig laxisme: het practisch laxisme des gewetens en des levens, en het theoretisch laxisme der leer. Practisch l. Men heeft een laks geweten als men regelmatig op een of ander punt of over de geheele linie zijn ernstige zedelijke verplichtingen te gering aanslaat, ontwijfelbare plichten niet als zoodanig erkent, of zich al te gemakk...

[Lat. laxus, slap, laks], o., een opvatting (m.n. als stroming in de rooms-katholieke moraaltheologie: probabilisme) die een handeling toelaatbaar acht ook wanneer er slechts zwakke of weinig probabele (waarschijnlijke) gronden voor aan te voeren zijn, in tegenst. met rigorisme.