Wat is de betekenis van Lauf, läufe?

2025-07-21
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Lauf, läufe

loop, gang; rit (bij wielerwedstrijd); run (cricket); loop (van een geweer); loper (poot van wild); loopje; das ist der Welt Lauf, dat is 's werelds loop; sich in Lauf setzen, hard gaan lopen.

Gerelateerde zoekopdrachten