Wat is de betekenis van latitude?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Latitude

(Fr.), v., (aardr.) geografische breedte; poolshoogte.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

latitude

latitude - Zelfstandignaamwoord 1. (aardrijkskunde) (formeel) geografische breedte (meer gebruikelijk: breedtegraad) Antoniemen longitude

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Latitude

[Lat. latitudo, van latus = breed] 1 breedte; poolshoogte; 2 (astr.) breedte van een punt aan de hemel; (aardr.) breedte van een punt op de aardbol (vgl. longitude).

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Latitude

geografische breedte; poolshoogte (aardr.)

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Latitude

geografische breedte

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Latitude

(geographische) breedte; luchtstreek; vrijheid, speelruimte; latitude australe (sud), zuiderbreedte; latitude boréale (nord), noorderbreedte; sous cette latitude, op deze breedtegraad, in deze streken.

2025-07-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

latitude

1. (geografische) breedte, hemelstreek; 2. vrijheid [v. handelen]; speelruimte; 3. omvang.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

latitude

v. (Fr. [Lat. latitudo]: [geographische] breedte; fig. speelruimte).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

latitude

(lati’tu:də) v. [Fr. < Lat. latitudo] 1. aardrijkskundige breedte. 2. speelruimte, vrijheid van handelen.