Wat is de betekenis van LATHYRUS?

2025-07-24
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Lathyrus

Láthyrus L. [C. Linnaeus], - Lat. transcr. van den ouden Gr. plantennaam lathros, welks afleiding niet vast staat en waarmede een of ander peulgewas, mogelijk de tegenwoordig Láthyrus satīvus L. [C. Linnaeus] genoemde plant, werd aangeduid.

2025-07-24
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

LATHYRUS

Kruidachtige plant behorend tot de familie der vlinderbloemigen. In Zeeland komen enkele in Nederland zeldzame soorten voor. Het meest algemeen is de veldlathyrus (L. praténsis; Z.VL: kousjes en schoentjes; Th.: gele wikken). Deze soort heeft samengestelde bladeren met twee deelblaadjes en vertakte ranken. De bloemen zijn geel. De vel...

2025-07-24
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

LATHYRUS

(Fr.: skuontsjes). Plant. Moeras-L. vrij algemeen in het veen van het hafdistrict. Veld-L. veel langs wegen. Aardaker op Schiermonnikoog in de duinen, soms langs spoorwegen. Naakte L. nu en dan adventief.

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Lathyrus

fam. Leguminosae. Éénjarige zaaibloemen of vaste planten. Van de eerste groep het meest gekweekt L. odoratus L., in de vormen Spencer (zomer-L: voor buitencultuur, vaak langs gaas of rijshout geleid en Spencer praecox (winter-1.) voor kascultuur, waar de rankende bladeren steun vinden aan gespannen touwen. De laatste worden in Nov. of...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lathyrus

s., skuontsjes, pl.; naakte —, glêdde skuontsjes, pl.

2025-07-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Lathyrus

plantengeslacht uit de Vlinderbloemfam*. Meest klimplanten uit de gematigde luchtstreken. Als sierplant gekweekt (L. odoratus) welriekende L. of pronkerwt, sweatpea. Zaaitijd begin April. De grootbloemige soorten worden Spencer genoemd.

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

lathyrus

v. pronkboon.

2025-07-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

LATHYRUS

L., plantengeslacht uit de familie der Vlinderbloemigen (Papilionaceeën) met een 100-tal soorten op het noordelijk halfrond en in Zuid-Amerika, 1-jarige of overblijvende, meest klimmende kruiden met in een kortere of langere rank uitlopende, soms tot niets anders dan een rank of tot phyllodiën (verbrede bladstelen) gereducee...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Lathyrus

vlinderbloemige plant, sterk verbreid o/h N. halfrond; in Ned. 7 soorten, w.o. → aardaker, veldl. (gele wikke), veel voorkomend onkruid, L. odoratus of reukerwt, sierpl. met tal v. variëteiten.