Wat is de betekenis van Lapoor?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

lapoor

(1933) (jeugd, scheldw.) sufferd, malloot. In het Nederlandse stripverhaal 'Dickie Dons gaat op avontuur', komt een zekere Theodorus Lap-oor voor. • Hij riep dan ook tegen Janus: Zeg eens lapoor, waar kom jij zoo opeens vandaan? (De imker; officieel orgaan van den Nederlandschen Imkersbond, 01/04/1933) • Jongen, jongen, alweer stukken, L...

2025-07-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Lapoor

(jeugdtaal) sufferd; malloot. Jaren negentig. Lapoor, mafkees: heeft die lapoor nog niet in de gaten hoe die bak moet worden afgeregeld! (Cor Hoppenbrouwers, Jongerentaal, 1991)

Gerelateerde zoekopdrachten