lantar
I lantaran, 1 aanleiding, reden; 2 omdat, wegens, daar, aangezien; melantarkan, 1 (= melaniarankan) veroorzaken, aanleiding geven tot, teweeg brengen; 2 bemiddelen; pelantar, bemiddelaar. II †, terlantar, verwaarloosd, aan z’n lot overgelaten, onafgemaakt (blijven liggen); †, dlsplaced (person) -> hantar. III †, -> pelantar(an), soort van voorg...