Wat is de betekenis van langlaufer?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Langlaufer

(1996) (beurs) langlopende Duitse staatsobligatie. • (Pieter Kort: Bisnis Babbel. 1996) • (Wim Daniëls: Werk-woorden. Foempen. Bram-pijn en andere bijzondere woorden in bedrijven en instellingen. 1997)

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

langlaufer

langlaufer - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) beoefenaar van het langlaufen Een Venezolaanse langlaufer is vorige week in razend tempo wereldberoemd geworden door zijn deelname aan een skikampioenschap in Finland. De stuntelende Adrian Solano leek meer op een beginner in een beginnersklasje dan op een...

2025-07-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Langläufer

lange-afstandloper.