Wat is de betekenis van Lampenkoorts?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lampenkoorts

v., plankenkoorts.

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

lampenkoorts

(19e eeuw, vero.) (ton.) plankenkoorts. Ontleend aan het Dui. Lampenfieber. • Gij moet aan het tooneel: 'uwe verlegenheid zult gij spoedig meester worden, daar ben ik niet bang voor, en als gij eens de lampenkoorts achter den rug hebt.... (Uffo Daniel Horn: De twee studenten. 1849) • Lampenkoorts, (toon.), van hgd. Lampenfieber, angst vo...

2025-07-22
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Lampenkoorts

Lampenkoorts - een verouderde toneelterm voor plankenkoorts. Ontleend aan het Du. Lampenfieber.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lampenkoorts

v. (plankenkoorts)

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lampenkoorts

v. plankenkoorts.

Gerelateerde zoekopdrachten