Wat is de betekenis van lammeren?

(lammerde, heeft gelammerd), lammeren werpen (van ooien en van geiten).

1) (19e eeuw) (Barg.) cliënten van een advocaat. • Lammeren, (barg.), cliënten (van een advocaat. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) 2) (19e eeuw) (Roeselare, Barg.) betalen (vaak met tegenzin). Vgl. afdokken*, dokken*. • (Bargoense woordenlijst De Seyn-...

lammeren - Werkwoord 1. (inerg), (veeteelt) (van ooien en geiten) het werpen van jongen lammeren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lam Synoniemen lammen

v., lamje, ôflamje, eandzje, eanje.

de ooi lammerde, h. gelammerd (lammeren werpen).

('lammәrәn) (lammerde, heeft gelammerd) lammeren werpen: ooien en geiten -.

(lammerde, heeft gelammerd), 1. (van ooien en van geiten) lammeren werpen; 2. (gew.) betalen.

(lammerde, heeft gelammerd), lammeren werpen (van ooien en van geiten).

Lammeren, ow. gel. (ik lammerde, heb gelammerd), lammeren werpen (van ooijen).