lamme tekkel
(1985) (scheldw.) sloom iemand; treuzelaar. • Alle mensen die hier zitten zetten zich in en jij doet niets, lamme tekkel, laffe sukkel. (Vrij Nederland bijlage De Ontgroening, 07/12/1985) • Laat die lamme teckel toch gaan joh die denkt alleen in termen van bier.(https://nieuwsbreker.wordpress.com, 17/06/2016)