lack
I. gebrek, gemis, behoefte, tekort (aan of); II. gebrek of een tekort hebben aan; he lacks courage, het ontbreekt hem aan moed; III. be lacking, ontbreken; he is (not) lacking in..., het ontbreekt hem (niet) aan...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. gebrek, gemis, behoefte, tekort (aan of); II. gebrek of een tekort hebben aan; he lacks courage, het ontbreekt hem aan moed; III. be lacking, ontbreken; he is (not) lacking in..., het ontbreekt hem (niet) aan...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
ook wel Bischoflack, stad in bet oostenrijksche hertogdom Krain; 2000 inw.; schilderachtig op een berg gelegen oud kasteel ; was vroeger eene belangrijke koopstad.
Cornelis Kiliaan (1573)
1. fland. j. leck. Manans, stillans, perfluens. 2. fland. Venereus, luxuriosus, lasciuus.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: