Wat is de betekenis van Labberen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Labberen

(labberde, heeft gelubberd), 1. zich slap heen en weer bewregen : het zeil labbert; 2. zeer flauw waaien.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

labberen

labberde, h. gelabberd (zacht waaien; v. zeilen: flodderen of niet gespannen zijn).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

labberen

('labbərən) (labberde, heeft gelabberd) 1. zich slap bewegen, zwabberen: -de zeilen. 2. zeer flauw waaien: -de wind.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Labberen

(het labberde, heeft gelabberd), zacht waaien; het zeil lobbert, wappert; (fig.) aanhoudend praten.

2025-07-25
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Labberen

o.w. - Fladderen, wapperen, wordt van een zeil gezegd.

2025-07-25
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

labberen

holl. Vana loqui, blaterare.