Wat is de betekenis van kutvreter?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kutvreter

(19e eeuw) (Barg.) pooier, souteneur. Ook: kutpooier. • Zoo'n baantje van kutvreter ! Charles : Als 'k me kans maar schoon zag ! Hohoho! (H. Heijermans: Kamertjeszonde. 1898) • (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014)

2025-07-24
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

kutvreter

pooier (zie behojebikker): Amélie: Als ü maar weet dat hij zich door haar laat onderhoue ... Charles: .Wat gaat ’t jóu dan an? Jij voert toch ook geen verdommenis uit! ... Amélie: Ja, jou zou zoo’n baantje wel bevalle, hè? Zoo’n baantje van kutvreter! HEIJERMANS1 315.

2025-07-24
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

kutvreter

(Bargoens) pooier, souteneur. Eigenlijk: iemand die leeft van het zedenloos bedrijf van zijn vrouw. Ja, jou zou zo’n baantje wel bevalle, hè? Zo’n baantje van kutvreter! (Herman Heijermans, Kamertjeszonde, 1898, herdruk 1966)

Gerelateerde zoekopdrachten