Wat is de betekenis van kutpooier?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kutpooier

(1906) (Barg.) souteneur. Syn.: kutvreter*. • Kutpooier: iemand die leeft van zijn meid of vrouw (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • En hij bleef maar goedgelovig stemmen op Colijn en nog zo’n paar van die kutpooiers van Christus... (Jan Wolkers: De hond met de blauwe tong. 1964) • Prostaterig souteneurs jong, kutpooie...

2025-07-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

kutpooier

iemand, die leeft van zijn meid of vrouw. Zie: behojjebikker.

Gerelateerde zoekopdrachten