Wat is de betekenis van Kusting?

2025-07-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

KUSTING

was de naam van een bijzonder soort van hypotheek en wel van de hypotheek aan de verkoper van een goed voor de onbetaalde koopsom verleend (art. 2442 ontwerp B.W. 1820). Vroeger heette de akte van verpanding van een schip wegens onbetaalde kooppenningen bijl- of kustingsbrief. Lit.: E. M. Mey ers, Het recht van de scheepspandbriefhou...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kusting

v. -en; hypotheek.

2025-07-24
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Kusting

Vroeger : de algemeene benaming voor hypotheek, evenals „onderzetting”. Thans spreekt men alleen in Noord-Holland nog van kusting en onder „kustebod” verstaat men daar een openbare veiling van vast goed. De naam heeft in zooverre met hypotheek te maken, dat het vroeger gebruikelijk was, dat men niet met gereed geld behoefde...

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kusting

Hypotheek, die de verkooper zich oudtijds voorbehield op de verkochte en geleverde zaak ter dekking van het restant-bedrag der koopsom.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kusting

(’kusting) v. (-en) [Mned custen, tevreden stellen] Veroud. hypoteek : op geven, nemen.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

kusting

kusting - v., hypotheek.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kusting

KUSTING, v. (-en), hypotheek: op kusting geven of nemen, hypothekeeren.

2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kusting

Kusting, v. hypotheek, schepenkennis; op - geven of nemen, hypothekeren. *-BRIEF, m. (...ven).