Wat is de betekenis van Kullern?

2025-07-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Kullern

biggelen; tuimelen; knorren, kolderen; mit den Augen Kullern, verbluft kijken; der Magen kullert, de maag knort.

Gerelateerde zoekopdrachten