Wat is de betekenis van Krullenjongen?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Krullenjongen

m. (-s), leerjongen op een timmermanswinkel.

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

krullenjongen

(19e eeuw) (fig.) iemand die begint in een bepaald vak. Eigenlijk: leerjongen bij een timmerman. • Wij vinden er den winkel open staan, en daarin een' krullenjongen. (C.E. Fantasie en waarheid. 1863) • Ik zal je niet schrijven van mijn leven als krullenjongen; wat doet het er toe; wij zullen later wel eens naar behooren lachen om het lug...

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

krullenjongen

m. -s; (timm.) leerjongen.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

krullenjongen

('krullen) m. (-s) [voor hem is de krullenverkoop] leerjongen op een timmermanswinkel.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Krullenjongen

KRULLENJONGEN, m. (-s), leerjongen op een timmermanswinkel; ...MAKER, m. (-s), ...MAAKSTER, v. (-s), die het haar krult; ...MAND, v. (-en); ...RAPER, m. (-s), krullenjongen; ...STOK, m. (-ken), stok om daarop pijpkrullen in het haar te maken.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)