Kruisvaarder
m. (-s), iem. die het kruis heeft aangenomen, deelnemer aan een kruistocht.
Wiktionary (2019)
kruisvaarder - Zelfstandignaamwoord 1. (middeleeuwen) iemand die deelnam aan de militaire bezetting van het Heilige Land tussen 1095-1291 Woordherkomst Samenstellende afleiding van kruis en de stam van varen met het achtervoegsel -er
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
kruisvaarder - zelfstandig naamwoord uitspraak: kruis-vaar-der 1. deelnemer aan een kruistocht ♢ de kruisvaarders trokken naar Jerusalem Zelfstandig naamwoord: kruis-vaar-der de kruisvaarder ...
Getty Research Institute (1990)
kruisvaarder - Zij die deel uitmaken van strijdlustige bewegingen of ondernemingen tegen een maatschappelijk kwaad of een instelling of groepering die als slecht wordt gezien. Is met name van toepassing op personen die deelnemen aan oorlogen of krijgstochten aangezet en gezegend door de kerk.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Deelnemer aan de Kruistochten in engeren zin. De strijdkreet was: God wil het, en het herkenningsteeken een rood kruis op den rechterschouder.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: