Wat is de betekenis van kruisvaarder?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kruisvaarder

m. (-s), iem. die het kruis heeft aangenomen, deelnemer aan een kruistocht.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kruisvaarder

kruisvaarder - Zelfstandignaamwoord 1. (middeleeuwen) iemand die deelnam aan de militaire bezetting van het Heilige Land tussen 1095-1291 Woordherkomst Samenstellende afleiding van kruis en de stam van varen met het achtervoegsel -er

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kruisvaarder

kruisvaarder - zelfstandig naamwoord uitspraak: kruis-vaar-der 1. deelnemer aan een kruistocht ♢ de kruisvaarders trokken naar Jerusalem Zelfstandig naamwoord: kruis-vaar-der de kruisvaarder ...

2025-07-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

kruisvaarder

kruisvaarder - Zij die deel uitmaken van strijdlustige bewegingen of ondernemingen tegen een maatschappelijk kwaad of een instelling of groepering die als slecht wordt gezien. Is met name van toepassing op personen die deelnemen aan oorlogen of krijgstochten aangezet en gezegend door de kerk.

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kruisvaarder

iem. wat aan kruistogte deelgeneem het.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kruisvaarder

s., krúsfarder.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kruisvaarder

m. -s; deelnemer aan een kruistocht.

2025-07-27
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Kruisvaarder

deelnemer a/e → Kruistocht.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kruisvaarder

Deelnemer aan de Kruistochten in engeren zin. De strijdkreet was: God wil het, en het herkenningsteeken een rood kruis op den rechterschouder.