kruishoer, kruisharing, kruiskat, kruismadelief, kruisnimf
(18e eeuw) (inf. of euf.) prostituée, hoer. • Robinson zeide, dat zy hier gezet was als een lichtvaerdig en onordenteyk Vrouwmensch en als een gemeene Kruishoer. (Henry Fielding: Amelia. 1753) • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • Ze werden kruishoeren of kruisharingen genoemd. Dezen opereerden hoofdzakelijk in...