Kruis
o. (-en), 1.in ’t alg. een lichaam of een figuur gevormd door twee balken of lijnen die elkaar rechthoekig of onder een andere hoek snijden; — vooral in de volg. toepassingen: 1. als strafpaal in de Oudheid, een recht opstaande stijl met een dwarshout, waaraan iem. de doodstraf onderging; inz. de paal waaraan Jezus is gestorven (het ...