Wat is de betekenis van Kruipend?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kruipend

bn., 1.(nat. hist.) Kruipende Dieren, naam van een klasse van gewervelde dieren waartoe o.a. de slangen behoren, reptielen; — (plantk.) kruipende stengels, die over de grond voortgroeien en zich dikwijls met bijwortels in de grond enz. vasthechten ; voorts in tal van plantennamen: kruipende ganzerik, kruipend hertshooi, kruip...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kruipend

kruipend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vankruipen

2025-07-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Kruipend

is een kruidachtige, neerliggende stengel, die zich aan knopen bewortelt (b.v. aardbei).

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kruipend

bn., bw.; 1. fig. al te nederig, overdreven onderdanig, altijd ong.: kruipende taal, kruipende manieren; hij is kruipend beleefd; 2. benaming v. e. klasse der gewervelde dieren: kruipende dieren; zie reptielen.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kruipend

('kruipәont) 1. bn. die, dat kruipt: -e dieren. 2. bn. en bw. (-er. -st) overdreven deemoedig, nederig : -e vleiers ; -e manieren, woorden ; beleefd, onderdanig.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kruipend

KRUIPEND, bn. bw. (-er, -st), zich langzaam met den buik over den grond slepend voortbewegend kruipende dieren, eene klasse der gewervelde dieren; — (fig.) overdreven deemoedig: kruipende vleiers; kruipend beleefd, onderdanig.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)