Wat is de betekenis van kruidig?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kruidig

bn. (-er, -st), 1. specerijachtig, pittig, geurig : een kruidige smaak ; kruidige damp ; 2. (fig.) pittig; (veroud., gewr.) pienter; keurig, net: een kruidige meid, waarvoor men oudtijds zeide een meid als een kruid.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kruidig

kruidig - Bijvoeglijk naamwoord 1. een sterke smaak hebbend alsof er veel kruiden in zitten Deze stevige, kruidige rode wijn past prima bij sterk smakend wild, maar niet bij witte vis met een meer verfijnde smaak. Woordherkomst afleiding van kruid met het achtervoegsel -ig Syn...

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kruidig

kruidig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: krui-dig 1. scherp gekruid ♢ ze maakte een kruidige bouillon Bijvoeglijk naamwoord: krui-dig ... is kruidiger dan ... het kruidigst ...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kruidig

adj., krûd(er)ich.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kruidig

bn., bw.; 1. specerijachtig; gekruid: een kruidige saus; 2. fig. van personen: keurig: fig. een kruidig meisje, net; ze is kruidig gekleed.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kruidig

('kruidәch) bn. en bw. (-er, -st) 1. met kruiden, specerijen gekruid : een -e saus. 2. keurig, net : er uitzien.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kruidig

bn. (-er, -st), specerij achtig, pittig, geurig: een kruidige smaak; (fig.) pittig.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kruidig

Kruidig bn. (-er, -st), specerijachtig; (fig.) keurig, net: eene kruidige meid, waarvoor men oudtijds zeide; eene meid als een kruid (als specerij). KRUIDIGHEID, v.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)