Wat is de betekenis van krootjes?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

krootjes

(2007) (inf.) teelballen, testikels. • Op mijn bureau ligt al maanden een krantenknipsel uit mijn avondkrant. Het is een stukje van Ewoud Sanders waarin hij een opsomming van synoniemen voor het woord teelballen geeft. Dit is maar een selectie: kloten, voeten, pongels, krootjes, knikkers, klissen, eierkolen, klijsters, klossen, uien, walnoten,...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

krootjes

krootjes - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kroot