Wat is de betekenis van Kroongoed?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kroongoed

o. (-eren), goed dat aan de kroon toebehoort en waarvan de drager der kroon de inkomsten geniet.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kroongoed

o. (-eren) goed van de kroon, van de vorst.

Gerelateerde zoekopdrachten